Alle toekomstige Chinareizigers met een recent Mexicaans stempel in
hun reispaspoort worden immers dubbel en dik gecontroleerd. Het A/H1N1
moet ergens vandaan komen.
Als mensen en dingen dubbel en dik gecontroleerd worden, ontstaat er
vertraging. En zodra er vertraging optreedt, loert ergernis om de hoek.
Dat was hier niet anders.
In de rij wachtten mensen van allerlei maten, leeftijden en
nationaliteiten. Vrouwen met blote armen, en vrouwen in een lange
regenjas. Jonge meisjes met bloemenjurken, in strakke broek of minirok.
Mannen in jeans, of in kostuums die soms net iets te groot of juist te
klein zijn. Hier en daar een jogging, een baret, een enkele tulband.
Er trad nauwelijks beweging in in de aanschuivende slinger.
De vrouw voor me werd het wachten zo moe dat ze, de dijbenen
gespreid, voor me op haar hielen neer hurkte en daarbij haar wikkelrok
tot over haar knieën trok. Ze zuchtte dat ze andere zaken te doen had.
Haar gemopper werd hier en daar op instemming onthaald.
Toen schuifelde een erg oude man met Aziatische trekken de
wachtruimte binnen. Waarschijnlijk was hij een Chinees. Hij steunde op
een wandelstok. Zijn gezicht leek gebarsten porselein.
De oude man sloot zich niet aan bij de rij, maar slofte kalm aan alle
wachtende burgers voorbij. Traag begaf hij zich rechtstreeks naar een
van de visumloketten.
Zijn handelwijze volstond om de neergehurkte vrouw prompt te doen
recht veren: ‘Hé hé, die mijnheer kruipt zomaar voor, dat kan toch niet,
hij moet wachten zoals iedereen.’
Waarop een andere Chinese vrouw in de rij vriendelijk repliceerde dat
hij dat wel kon, want dat in de Chinese cultuur de oudste generatie het
allerhoogste respect toekomt. En krijgt.