Maar daarstraks had hij het even moeilijk. Toen bleek achter die carrosserie toch weer een mens te zitten, zeker.


De werkdag liep naar zijn einde, en hij moest minstens één patiënt onverrichter zake naar huis sturen.


In het ziekenhuis proberen ze zo’n uitstel te vermijden.


Maar het volstaat dat in de drukke agenda van de chirurg een enkele operatie uitloopt, om het hele schema in de war te brengen. Of er komt onverwachts een gekwetste, beroemde persoon binnenwaaien. Beroemdheid krijgt voorrang; ook als ze hol is.


Noodgedwongen koos de chirurg een slachtoffer van uitstel.


Dit keer was het een man van drieënzeventig. Keurig gekleed, dus met financiële en sociale slagkracht, gokte de chirurg.


Een patiënt zonder acuut gewrichtsprobleem. En met pensioen. Dus zonder veeleisende baan en met een zee van tijd. Iemand die zonder probleem een week later voor dezelfde operatie zou kunnen terugkomen.


Maar toen de oude man het nieuws vernam, zakte hij in elkaar.


De operatie was het enige waar hij al een half jaar naar toeleefde.


Hij had de hele onderneming grondig voorbereid.


Hij had zich speciaal van top tot teen met isobetadine gewassen.


Hij had voor de gelegenheid zijn enige kostuum aangetrokken.


Was naar de kapper geweest.


Had zijn koffertje zorgvuldig gepakt.


Voor zijn hondje had hij moeizaam een opvang van drie dagen kunnen regelen.


Hij was speciaal met de bus naar de kliniek gekomen. Omdat hij niemand had die hem kon brengen.


Dat, en nog veel meer, vertelde hij aan de chirurg.


En toen de chirurg dat allemaal hoorde, zei hij tegen zijn team: ‘Klaar maken, we doen er vandaag nog een.’