Schouppe heeft helaas geen idee van het leven en overleven van een Vlaamse fietser.


Hem als treinpassagier voor de geest halen, vergde al een bovenmenselijke inspanning. Om je hem al fietsend voor te stellen, moet je je opperste verbeelding aanspreken.


Het is waar, heer Schouppe, uw ministerie én de fiets dagen mij zeer zeker uit. Meermaals per dag. Veel meer dan me lief is.


Ik fiets dagelijks. Geheel vrijwillig nog wel. En zowel functioneel als recreatief. In tijden van veeleisend geesteswerk, kan het bijzonder ontspannend en relativerend zijn om even je leven te riskeren.


U moet het eens proberen, mijnheer Schouppe, om, nu de politieke stress zo hoog is, er even met de fiets op uit te trekken. Van Brussel naar Halle en Vilvoorde is een heerlijke rit vol avonturen. U mag zomaar langs fout geparkeerde auto’s laveren, afslaande auto’s ontwijken, met het wiel in een tramspoor belanden, achter de uitlaat van een bus hangen, in een blinde hoek vertoeven, in de berm vallen, openslaande portieren vermijden, op zoek gaan naar fietspaden die er niet zijn hoewel ze al decennialang worden beloofd.


Eén enkele ritje en u voelt echt weer dat u leeft.


Op voorwaarde dat u niet bent verongelukt, natuurlijk.


Doet u het echt eens, heer Schouppe. En leent u voor dit avontuur gerust mijn fiets. Het is een knalgele, oude Oost-Duitse postfiets; met een laadbak vooraan, en eentje achteraan. Een ABX op twee wielen. Heel handig voor het transport van al uw gezever in pakjes.