Zij is zo’n bejaarde.
Ze ligt al meer dan een jaar in het verzorgingstehuis.
Ze ligt, zolang de doorligwonden dat toelaten. Daarnaast zit ze ook
veel. Eigenlijk het grootste gedeelte van de dag. En dus van het
afgelopen jaar.
Ze zit in haar speciale stoel. Voor het raam. Daar kijkt ze al bijna
vierhonderd dagen naar de binnenkoer waar niets te zien is. Behalve
enkele vogeltjes. Hun gefladder maakt haar blij. Blijer dan het gekwaak
op de televisie.
Stappen gaat nog niet, ondanks de revalidatie. Geen kracht in de
benen. En ook een arm die niet meer meewil.
Haar rolstoel is de eerstvolgende stap. Ze rijdt er al wel in rond.
Maar alleen als iemand haar duwt. Zelf dat ding in gang zetten of
sturen, lukt niet.
In haar kast staat een fles porto. Dat mag van de hoofden van de
instelling. Jammer dat ze niet op eigen krachten bij de kast kan.
Tijdens haar verblijf is zij, die tot voor haar val als een kwieke en
actieve vrouw door het leven ging, twee keer van haar stoel gevallen.
De ene keer had ze een partje appel laten vallen, en wilde dat oprapen.
De tweede keer jeukte haar sok en toen ze probeerde te krabben, gleed ze
van de zitting.
Ze heeft, net als toen ze haar heup brak, moeten wachten tot ze haar
vonden.
Van haar val heeft het verplegend personeel twee keer een rapport
opgemaakt. Dat moet zo. Als ze nog een keer valt, wordt ze vastgebonden.
Ook dat moet zo, volgens de procedure.
Botontkalking de reden van het versnelde sterven?
Met het breken van een heup wordt het hele menswaardige bestaan van
een bejaarde broos en poreus.