In dezelfde week dat Antwerpen bekendmaakt dat de lente en de zomer in het teken van de dieren staan én de zoo van start gaat met uitbreidingswerken, werd het parlementaire verbod ingevoerd om dieren in de winkel nog langer in een kooi tentoon te stellen.
Nu weet ik goed dat de dierentuinen van vandaag – en dan zeker de grote, die veel bezoekers (lees: geld) naar zoo en stad lokken – graag uitpakken met hun kennis en expertise en met al het vernuftige fokwerk dat achter de schermen plaatsvindt. En nu weet ik ook dat speciale formules à la Planckendael bewust en met succes streven naar een zo natuurlijk mogelijk kunstmatige omgeving voor de dieren. Al dit werk, dat onder meer uitstervende diersoorten in leven kan houden en de uitwisseling van de kennis over dieren vergroot, is ongetwijfeld achtenswaardig. De vraag is echter of het nog wel geoorloofd is om deze specialisatie uit te voeren in een vooroorlogse setting die de dierentuin is.


De zoo is een tentoonstellingsruimte van wilde en exotische dieren in gevangenschap. Dieren die uit hun natuurlijke biotoop zijn gerukt of die er nooit deel van hebben uitgemaakt worden levend in een kooi geplaatst. Bezoekers kunnen naar hartenlust kijken naar de gorilla die onbeweeglijk in zijn hoekje ligt, naar de beer wiens wandelingen levenslang uit 10 meter heen en 10 meter terug bestaan, naar de zebra die eigenlijk een kuddedier is, maar hier op zijn eentje achter de omheining staat. Je hoeft geen lid of sympathisant van Gaia te zijn om in te zien dat de zoo als dusdanig ethisch en educatief compleet onverantwoord is. Gezond verstand en gezond geweten leiden vanzelf tot dit inzicht.


De zoo is een uitvinding van de mens. In de achttiende, negentiende en zelfs nog in het begin van de twintigste eeuw was het voor aristocraten een teken van welvaart om zich te laten omringen door wilde dieren. De ene aristocraat gaf er de voorkeur aan de wilde dieren en exotische vogels in kooien in zijn tuin onder te brengen. De andere voelde zich pas echt rijk als de panters door zijn huis liepen en de kaketoes van de ene salon naar de andere vlogen. Nog anderen vonden het pas het einde als ze op de dieren konden jagen: het was niet ongewoon om buffels en beren naar onze gewesten te verschepen om er hier, in een afgebakend domein, op los te schieten. Al die aristocraten wilden bewijzen dat de mens de natuur in zijn macht had.
De eerste zoo (1752), een privédierentuin die de Oostenrijkse keizerin Maria Theresia tegen vergoeding voor het ‘betere’ publiek openstelde, zag in deze context het daglicht. De zoo is oorspronkelijk dus niets anders dan een inrichting voor het oppervlakkige vermaak van de pronkende burger. Die vond het prettig en origineel om, omringd door gebrul, geloei en gebalk, aan networking en uithuwelijking te kunnen doen. Velen hadden nog nooit een leeuw of een panter gezien, laat staan dat ze hun verwantschap met de aap van zo dichtbij hadden bestudeerd.


Tijden veranderen, beschavingen hopelijk ook. De afgelopen twee eeuwen staan in het teken van de technologie. De toenemende mobiliteit, die gepaard gaat met minder elitaire prijzen, leidt tot meer en verdere reizen. Elke reis is een bezoek aan een andere natuurlijke biotoop. Al dient hieraan toegevoegd te worden dat toerisme de natuurlijke biotoop van dieren ernstige schade toebrengt en dus geen alternatief is. Denk maar aan de safari’s die er al voor gezorgd hebben dat wilde dieren hun rooftocht uitstellen tot het moment dat er geen 4wd’s meer rondrijden. Het zijn de uitstekende, onvervangbare documentaires en natuurreportages op televisie of op internet die een meer dan waardig en beschaafd alternatief bieden. Je hoeft niet naar de zoo te gaan om kennis te maken met wilde dieren. Integendeel: de zoo is onnatuurlijk en heeft geen enkele toegevoegde waarde voor mensen die zich een respectvol en juist idee willen vormen van hoe en waar exotische en wilde dieren leven.


In dezelfde week dat de zoo van start ging met zijn uitbreidingsplannen en het tentoonstellingsverbod van dieren in winkels er kwam, verscheen ook de eerste aflevering van de Britse serie Planet Earth, volledig opgenomen in hoge definitie met camera’s die heel sterk op het beeld kunnen inzoomen. Zodat de natuur, terwijl er gefilmd wordt, ongestoord haar gang kan gaan.