Seks, seksualiteit en ethiek zijn niet de grootste minnaars, en hoeven dat ook niet te zijn. Wat op seksueel vlak ethisch is voor de ene, is dat voor de ander misschien – en gelukkig maar – helemaal niet. Iedereen mag zijn eigen seksuele fantasieën koesteren, en naar die koesteringen leven. Op één voorwaarde: dat het volgens wederzijdse afspraak en met wederzijdse instemming gebeurt. Daar blijkt in geval van een hiv-besmetting alvast een schoentje te wringen. Want: hoe expliciet moet die afspraak worden gemaakt? Is een seropositieve persoon verplicht om zijn/haar positieve status bekend te maken aan zijn/haar losse en/of vaste partner zodra er tot seksueel contact wordt overgegaan? Of volstaat het, moreel, dat hij/zij de noodzakelijke voorzorgen voor veilige seks neemt en ook naleeft?


Onvermijdelijk dringt dan een bijkomende gedachte zich op. Is in wezen dan niet iedereen die seks heeft, en zeker iedereen die losse seks heeft én tot een risicogroep behoort (homo’s, biseksuelen, zwarte Afrikanen), moreel verplicht om een hiv-test te laten uitvoeren? Er is immers maar een enkele manier om met zekerheid te weten of je seropositief bent, of niet. En of je dus iemand kunt besmetten of niet. Door je bloed te laten testen. Maar laat dat bloed nu net je privacy zijn. En laat het recht op privacy nu een van de meest wezenlijke rechten van de mens zijn.


De zaak wordt nog complexer als je ervan uitgaat, en dat lijkt me juist, dat mentaal gezonde volwassenen die seks met elkaar hebben, niet alleen hun genot maar ook hun risico’s en verantwoordelijkheid delen. Vanuit dat opzicht lijdt het dus geen twijfel dat ook de niet-seropositieve persoon in geval van seksueel contact een deel van de verantwoordelijkheid draagt.


Daarin verschilt een besmetting via seks, denk ik, van die van een besmetting via bloedtransfusie. In geval van een besmette bloedtransfusie ligt de verantwoordelijkheid compleet in één kamp. Maar waarom wordt een arts die besmet bloed injecteert zonder meer schuldig bevonden, en een man/vrouw die besmette lichaamssappen injecteert/doorgeeft niet? Hebben we niet de morele plicht om, als we met iemand naar bed gaan, te weten of we die persoon niet blootstellen aan een gevaar? Ethisch gezien is het toch onmiskenbaar dat de verantwoordelijkheid van een persoon mét hiv groter is dan die van een persoon die niet is besmet. Hij/zij is immers de drager van een virus dat zich via seksuele contacten vermenigvuldigt. Hij/zij kan de ander immers levenslang geestelijk, lichamelijk en maatschappelijk ziek maken. Hij/zij wéét, of zou moeten weten dat er in de seksuele veiligheid altijd een scheurtje kan komen. Maar wat als hij/zij zijn/haar status niet kent?


Ethiek durft zich, meestal, open en bloot tonen. Seksualiteit vindt onder de lakens van de privacy en het taboe plaats. Het is dan ook al té gemakkelijk om het ethische antwoord te zoeken in de verantwoordelijkheid van een persoon met hiv. Ook de samenleving draagt immers een immense, morele verantwoordelijkheid. En die maatschappij gaat nog steeds krampachtig om met seks en seksualiteit in het algemeen; en met de letterwoorden hiv en aids in het bijzonder. Hoe zou je van burgers de morele verantwoordelijkheid kunnen verwachten om oprecht uit te komen voor hun status als je, als samenleving, die burgers met een positieve status vervolgens collectief stigmatiseert en veroordeelt? Weet u met welke introducerende woorden de bevoegde arts de diagnose aan mijn vriendin bekendmaakte? “Mevrouw X, ik heb het er niet gemakkelijk mee, ik had dit niet van u verwacht, ik moet u meedelen…” Zelfs professionele stemmen blaken nog van de misselijkmakende vooroordelen.


Gezien de zware, maatschappelijke gevolgen van de bekendmaking van een seropositieve status is het begrijpelijk dat mensen met hiv hun besmetting liever verzwijgen. Sterker nog: dat mensen geneigd kunnen zijn om liever geen test uit te voeren. Wat niet weet, niet deert. En ook: wie onwetend is over zijn/haar status, kan nooit verantwoordelijk gesteld worden voor een besmetting, laat staan dat hij/zij er, juridisch dan, eventueel schuldig aan kan worden bevonden. Nochtans is het voor de besmette persoon erg belangrijk om snel als seropositief gediagnosticeerd te worden, gezien er dan ook, indien nodig, snel met aidsremmende medicatie aangevangen kan worden.


Dat het hiv-virus complex is, is geweten; anders zou er allang een genezend medicijn voor uitgevonden zijn. Ook de ethische vraagstelling is complex. Het is de verantwoordelijkheid van de maatschappij om die complexiteit niet als drogreden te gebruiken voor haar onbeholpenheid ten opzichte van seksualiteit.