EEN MASOCHISTISCH UNIVERSUM. DE BOEKEN VAN MARGOT VANDERSTRAETEN
Margot Vanderstraeten is gefascineerd door rampen en catastrofes, wellicht omdat de werkelijkheid zich dan in haar meest schokkende vorm toont. En naar een zo intens mogelijk leven zijn Vanderstraetens hoofdpersonages voortdurend op zoek, ook al moeten ze daarvoor tot het uiterste gaan.
Op het eerste gezicht zijn haar hoofdfiguren absolute controlefreaks die zo sensueel mogelijk en tot in de kleinste details het leven rondom zich willen opzuigen.
Vanderstraeten hanteert een navenant minutieuze stijl, die in de Vlaamse letteren van vandaag zijn gelijke niet kent. Die stilistische verfijning is in haar geval uiterst functioneel: ze vertolkt de drang van haar protagonisten om alles wat er gebeurt haarscherp in zich op te nemen en te beheersen.
Tegelijk hunkeren Vanderstraetens solitaire controlefreaks naar zelfverlies. In zekere zin trekken ze het gevaar aan dat schuilgaat in plotse catastrofes, om op die manier verlost te worden van hun controle-obsessie en eindelijk vrij en zonder belemmering te kunnen ademen.
Het vlindereffect (2014), Vanderstraetens vierde roman, begint met een big bang: de aanslag op het Indiase Taj Mahal-resort waarbij in november 2008 ettelijke doden vielen. In Mise en place (2009), haar vorige roman, culmineerde het verhaal eveneens in een waargebeurde catastrofe: de ondergrondse verzakking in een Limburgse champignonkwekerij in 1958. Daarbij lieten bijna twintig mensen het leven. In beide gevallen zijn de dodelijke slachtoffers rechtstreekse familieleden van de hoofdpersonages en ligt een grote, historisch authentieke catastrofe aan de basis van een zeurend zeer. Dat vreet de protagonist in kwestie meer en meer aan, tot de finale verlossing komt.
In haar vorige drie romans legde Vanderstraeten het accent op de masochistische zelfkwelling, die uiterst genotvol werd beschreven. Daarin ligt misschien wel de grootste charme van haar proza. Pas vanaf Mise en place gunt Vanderstraeten haar zelfpijnigende personages ook effectief een ontsnappingsroute. In Het vlindereffect geeft Vanderstraeten haar angelieke hoofdpersonage zelfs een ronduit opbouwende missie mee, nadat het stof van de oerknal is gaan liggen. Mise en place is Vanderstraetens meest toegankelijke roman en zette haar ook als publieksschrijver op de kaart. Ondertussen is er een zesde druk verschenen in een goedkopere midprice-editie. Het vlindereffect is haar meest ambitieuze boek omdat ze er niet alleen haar levensfilosofie in verpakt – toeval bestaat niet – maar ook voor het eerst een grote maatschappelijke interesse en betrokkenheid vertoont.
Dat Vanderstraeten (1967) knap kon schrijven, bewees ze al met haar debuut Alle mensen bijten waarvoor ze terecht de Debuutprijs 2003 kreeg. Lydia, de vertelster, tracht haar weg te vinden in het leven als kind, als puber en als volwassen vrouw. De zelfmoord van haar broertje en het weinig verheffende leven in het internaat maken van haar een binnenvetter. Ze vindt vooral troost in de eeuwige herhaling van dezelfde elementaire handelingen, zoals het hanteren van een klopper tijdens het wafelbakken. Daarbij komt dat Vanderstraeten een goed oor heeft voor de verschillende registers van taalgebruik en het kind dus anders laat praten dan de volwassene of de puber anders doet dromen dan de grijsaard. Ook de tragikomische, vaak “bijtende” toon van de observaties van het hoofdpersonage geven aan dit debuut een extra cachet.
Met De vertraging, haar tweede roman, kroop Vanderstraeten in het hoofd van een zonderling die in een bejaardentehuis gaat wonen en zich liever niet buiten waagt. Hij schrijft als freelancer doodsberichtjes voor de krant. Wanneer hij op een dag vertraging heeft met de trein, verliest hij stilaan maar zeker de trappers. Vanderstraeten probeerde haar macabere insteek in een soort van groteske te verpakken, maar verloor daarbij het noorden.
Met Mise en place bewoog ze zich weer op vertrouwd terrein. Vanderstraeten, die als journaliste ook thuis was in de culinaire verslaggeving, situeerde haar derde roman in een sterrenrestaurant. De titel klinkt programmatisch voor wat Vanderstraeten haar hoofdpersonages bij voorkeur laat doen: de wereld ordenen, zodat alles behap- en genietbaar wordt. Maar geleidelijk aan gaat die ordening aan het schuiven en wordt de ordehaving van het alledaagse meer en meer een foltering tot de vloer wegschuift en de gapende afgrond lonkt. Dan wordt duidelijk waarom Victor Werner, de chefkok in Mise en place, nooit Parijse champignons serveert, maar wel zielsveel van eekhoorntjesbrood houdt en kickt op risotto ai funghi porcini. Dat hij het niet begrepen heeft op traditioneel ondergronds gekweekte paddestoelen, heeft alles te maken met de dood van zijn vader tijdens de echt gebeurde ramp in de Limburgse mergelgroeve de Roosburg. Vanderstraeten maakt van het verhaal vol culinaire verfijning gaandeweg een biecht vol schuld en boete, waarbij de tweeënzestigjarige driesterrenkok zijn leven herbekijkt. Victor Werner begint in zijn verleden te graven op het moment dat zijn achtenzestigjarige zus, de doofstomme Louise, overlijdt. In zijn jeugd blijkt zich een familiedrama te hebben afgespeeld waar hij zich al die tijd schuldig over heeft gevoeld.
Schuld over het verlies van een familielid is ook de motor van Het vlindereffect. Net zoals in Mise en place krijgt de lezer te maken met een luxedecor. Angela Gutmann is een Amerikaanse uit Florida die incognito tophotels screent om de service ervan nog te verbeteren. Maar in tegenstelling tot haar vorige drie romans legt Vanderstraeten nu niet het volle pond op het maniakaal beschrijven van de al even scrupuleuze researchactiviteiten van haar hoofdpersonage. Ze draait haar verhaalstrategie helemaal om. De terroristische aanslag op het Taj Mahal-resort trekt meteen het tapijt van onder Angela’s voeten weg. Tien jaar na het bloedbad keert ze terug naar de plaats van de ramp om met zichzelf in het reine te komen. Het is ondertussen 2018, en er staat een vrouw aan het hoofd van de Verenigde Staten. Aan boord van het vliegtuig maakt ze kennis met Jane, die haar via tarotkaarten laat afdalen in het labyrint van haar leven. Daarmee zijn we op vertrouwd terrein bij Vanderstraeten. Achter de normaliteit blijkt een heel ander personage te schuilen, dat allesbehalve gedisciplineerd door het leven stapt. Ook nu weer is er lang geleden een ongeval gebeurd dat een hele keten van zogenaamd toevallige gebeurtenissen in Angela’s leven in gang heeft gezet.
Vanderstraeten weeft heel kunstig en toch onnadrukkelijk een web van elkaar beïnvloedende personages en feiten.
Zo ga je vanzelf geloven dat niets in het leven toeval is en dat de vleugelslag van een vlinder aan de andere kant van de wereld (Florida in dit geval) een explosie met massa’s doden in India kan veroorzaken, of dat je een onschuldig kind kunt redden dat zich later ontpopt tot een heuse doodsengel. De kleinste rimpeling in het bestaan kan grote gevolgen hebben, aldus de vertelster:
“In de tekening van zijn leven – van zijn lot – kan de mens niet knippen. Mijn vader (…) had gelijk met zijn stelling: geschiedenis is een balletje-balletje op het speelvlak van de aarde. Het is een gokspel dat zonder bedrog niet kan bestaan, en dat zichzelf telkens herhaalt. Alleen de verhoudingen veranderen. En de orde der dingen verschuift.” Ziedaar de contouren van Vanderstraetens masochistische universum.
Maar toch gaat ze in deze roman verder en laat ze Jane op het einde een steen verleggen in de rivier van de geschiedenis. In wat haast een happy end is, neemt Jane de draad van het levenswerk van haar zoon weer op en neemt ze zich voor om overal ter wereld een spoor van gele keien achter te laten als getuigenis van de continuïteit van het leven waar haar zoon voor stond, met zijn tomeloze inzet voor de onderdrukten van deze aarde. Vanderstraeten wil daarmee voorgoed uit de benauwende wereld van de eenzame masochist breken, zo lijkt het wel. Te mooi om waar te zijn?
FRANK HELLEMANS
MARGOT VANDERSTRAETEN;
- Het vlindereffect, Atlas Contact, Amsterdam/Antwerpen, 2014, 288p;
- Mise en place, Olympus, 2009, 238 p;
- De vertraging, Querido, Amsterdam, 2004, 160 p;
- Alle mensen bijten, Querido, Amsterdam, 2002, 160 p.