De weg naar Dronten — een piepklein nieuwbouwstadje in Flevoland nabij het IJsselmeer — is één lange, keurig aangelegde en met jonge populieren omzoomde groene strook midden in een uitgesproken saai en onveranderlijk landschap. Want de natuur mag deze lentemaanden dan wel in zijn mooiste doen zijn, als het kilometerslange prille groen niet af en toe afgewisseld wordt met een verrassing of een simpele gril der natuur, slaat de verveling al gauw toe.
Gelukkig zijn er die twee wilde zwanen die plots opdoemen uit een kronkel van een gracht en de kieviten in het hoge rietgras verschrikt doen opvliegen. Daarna zijn alle kilometers weer dezelfde. Dikke grijze wolkenpakken drukken de aarde plat; de horizon is ver maar niet ruim. Vijftig jaar geleden klotste hier nog de zee. Nu verbouwen boeren verwoed de uitgestrekte akkers van vruchtbare grond.
Hier en daar staat een stel zwart-wit gevlekte koeien vredig te grazen. Een eenzame tractor — trekker heet dat hier — rijdt traag op de godverlaten weg. En daar, in de enorme sla- en venkelvelden van de Warmonderhof, de groene afdeling van het agrarisch opleidingscentrum Groenhorst, liggen twee studenten naarstig en haast gezellig te trappen op de ligwiedfiets, hun ogen op de verbouwde aarde gericht, de handen in de droge grond.
De ligwiedfiets is een uitvinding van hun leraar techniek en groenteteelt, Huib Poley. Eerst had de man het in zijn eenvoud haast geniale ,,wiedbed” al uitgevonden. Dat is een reeks ligbedden die in de breedte aan elkaar bevestigd zijn — later zien we er een met twaalf stuks aan het werk — en die door een tractor over het land getrokken worden. Op elk bed ligt een wieder of plukker, want zo’n wiedbed kan ook voor andere doeleinden dan het wieden gebruikt worden. Voor het plukken van augurken en aardbeien bijvoorbeeld.
,,Die kun je natuurlijk niet machinaal plukken. Daarvoor zijn de planten veel te delicaat. Bovendien moeten augurken op grootte geplukt worden, en zitten ze vaak verstopt achter de bladeren van de plant. Die taken blijven voorbehouden aan de boer en zijn knecht. Ik heb zelfs al van op een wiedbed kolen gesneden, dat gaat perfect.”
Huib Poley is een zachtaardige man met grijze krullen en een tevreden blik. Werkershanden heeft hij, ze schuren en raspen, zijn klein en zwart. Van de aarde en de olie, want de leraar techniek en groenteteelt wroet, zoals zijn functie het zegt, al even graag in de aarde als in de ingewanden van een tractor. De school waar hij les geeft, de Warmonderhof in Dronten, is Europa’s enige erkende biologische-landbouwschool. Dat verklaart meteen waarom we er ook een stel Belgische leerlingen tegen het lijf lopen.
,,We hebben hier allerlei nationaliteiten. Ook Scandinaviërs. Of Italianen en Spanjaarden. Canadezen zelfs. Er lopen uitwisselingsprojecten met allerlei landen. Studenten van ginder komen naar hier, en omgekeerd.”
De ligwiedfiets, zijn jongste uitvinding, noemt hij een verlengde van het wiedbed. ,,Je kunt niet alle velden op met zo’n trekker. Voor kleinschalige boeren is zo’n wiedbed niet interessant. Ik moest iets praktischer vinden. Kleiner ook. Zo is de ligwiedfiets ontstaan. Als kind van het wiedbed, zeg maar. Dit model(hij wijst naar het voertuig midden op het venkelveld, twee als strijkplanken ogende bedden die op vier wielen geruisloos door het land rijden) heb ik trouwens samen met drie van mijn studenten gemaakt. Of neen, laat me het zo stellen. Het exemplaar dat je hier ziet, hebben zij gemaakt. Naar een al eerder door mij vervaardigd model. Ik heb thuis ook een landbouwbedrijf, moet je weten. Wat ik mijn leerlingen aanleer, ervaar ik dus allemaal zelf.”
DE twee leerlingen liggen op hun buik, beiden naast elkaar, elk op een van tentzeil gemaakt ligbed dat door middel van een spiraal aan het andere vastgemaakt is. Vooraan de dubbele fiets lopen twee smalle kruiwagenwieltjes; achteraan twee zwaardere banden, als van een bromfiets. Hun voeten bengelen — een beetje amateuristisch nog — in dunne witte koordjes die met de aandrijfas verbonden zijn. Op de as zitten tandwielen waarover een fietsketting rolt. Zodra de studenten trappen, draait de as en zetten de wielen zich, net als een fiets, in beweging.
Hun voorhoofd rust op een smalle strook canvas; met hun handen ploeteren ze in de aarde die nog geen dertig centimeter — de lengte van de onderarm — van hun liggende lichaam verwijderd is. Terwijl hun voeten onophoudelijk heen en weer gaan, rijdt de fiets zachtjes vooruit, de wielen in de smalle glooiingen van de paadjes.
Het voertuig zonder stuur volgt moeiteloos de af te leggen weg, terwijl de twee aandrijvers in ontspannen positie het onkruid wieden en het gras en de distels in de tussen hen in bungelde emmer deponeren. Af en toe weerklinkt de stem van Hilde Van Noord, de Nederlandse leerlinge die samen met Job Michielsen, Belg, de trappers van het eigenaardige en eerlijk gezegd alweer geniale voertuig bestuurt.
,,Ik vind dit heerlijk”, zegt Hilde Van Noord. ,,Gedaan met bukken. Nooit meer rugpijn. Ik kan een hele dag wieden en me ‘s avonds kiplekker voelen. Waarom ik deze biologisch dynamische landbouwopleiding gekozen heb? Ach, als het van mij afhing, zou heel de wereld biologisch moeten werken. Dichtbij de natuur, zeer zeker. En het weer? Nooit last van.”
De ouders van geen van beiden zijn landbouwers. Die vaststelling gaat trouwens op voor het grootste deel van de leerlingen aan de Warmonderhof: het boeren zit niet in de familie, in tegenstelling tot het respect voor natuurlijk en harmonieus leven, dat is vaak wel met de paplepel meegegeven. Veel leerlingen en leerkrachten koesteren een warme sympathie voor de antroposofie. Binnen de school is de invloed van de leer beperkt: niemand hoeft antroposofisch te zijn, zelfs niet te denken. Maar het mag.
Natuurlijk boeren betekent ontegensprekelijk zeer hard werken. Geen kunstmeststoffen, geen vergif. Maar de biologisch dynamische landbouwmethode zit in de lift. In Nederland maar ook in België neemt het aantal biologische boeren gestaag toe. Sterker zelfs: meer en meer reguliere landbouwers schakelen over naar de ecologische landbouw. Vraag en aanbod groeien; en daar zitten BSE, genetisch gemanipuleerde gewassen en de varkenspest gegarandeerd voor iets tussen. Bovendien verklaarde de grote Nederlandse distributieketen Albert Heyn onlangs dat het warenhuis — het grootste van het land — vanaf 2005 nog maar uitsluitend biologische gewassen zou verkopen.
In de Belgische supermarkten loopt het voorlopig niet zo’n vaart, al is het zo dat het biologische gezondheidshoekje van weleer voorgoed verdwenen lijkt te zijn. Biologische producten staan tegenwoordig verspreid in de supermarkt, en de diversiteit ervan neemt toe. Een schaalvergroting die niet altijd zacht is voor de pioniers, de kleine natuurwinkels. In elk geval: biologisch verkoopt.
Huib Poley: ,,Werkelijk waar. De biologische landbouw gaat gewoon een hele mooie toekomst tegemoet. Daarom dat ik ook geloof in de toekomst van mijn ligwiedfietsuitvinding. Niet dat ik er rijk van worden zal, zeer zeker niet. Het concept is namelijk zo eenvoudig dat ik er onmogelijk een patent op nemen kan. Maar eerlijk gezegd is het me daarom ook niet te doen. Ik heb in de eerste plaats een oplossing willen vinden voor die verschrikkelijke rugpijn die boeren, maar vooral biologische boeren, kunnen overhouden aan hun dagtaak.
Want in plaats van onkruid te verdelgen, moeten wij, biologisch dynamische boeren, wieden. Jarenlang heb ik in hurkzit door mijn velden gekropen. Maar dat houd je niet vol. Je rug gaat eraan kapot. Bovendien is wieden een zeer arbeidsintensieve bezigheid; al hurkend gaat het nauwelijks vooruit.”
DE wiedbedden — die door een tractor getrokken worden — zijn een enorm succes, weet Huib Poley. ,,Pakweg tien jaar geleden zagen de boeren er geen heil in. Nu zijn er alleen al in de Flevolandse polder een stuk of vijftig aan het werk. Nogal wiedes dat ik hoop dat de ligwiedfiets een zelfde glorie tegemoet gaat. En natuurlijk heb ik al aan een ligwiedfiets op zonnepanelen gedacht, maar die is alleen aan materiaal al veel te duur. Dus tot nog toe niet interessant.
Ik ben overigens niet van plan de ligwiedfiets te laten industrialiseren. In de omgeving is er een boer die het idee van de wiedbedden van mij afgekeken heeft en ze nu vervaardigt. Ik geloof niet dat het zaakje voor hem al winstgevend is. In elk geval is de internationale belangstelling voor deze ligwiedfiets erg groot. De Duitsers hebben al contact met ons genomen. En de Joegoslavische televisie was hier zopas nog op bezoek.
De Belgen? Enkele weken geleden heb ik in Merelbeke nog een uiteenzetting over de ligwiedfiets gegeven. Maar ik had het voertuig zelf niet bij me. Ik heb het gevoel dat de Belgen nog schuchter staan tegenover mijn uitvinding. Terwijl ik ervan overtuigd ben dat hij het land en zijn boeren goede diensten zou kunnen bewijzen.”