
Alle mensen bijten
Ze is stapel op Demis Roussos en is ervan overtuigd dat ze ooit ‘bevrucht’ is geweest door deze Griekse God. Bij wijze van liefdesbetuiging neemt ze baden in retsina, ze smeert hele emmers tzatziki over haar gezicht en ze eist met lallende stem dat Lydia samen met haar broer Joost voor haar neus Zorba de Griek danst.Lydia is dus vooral op zichzelf toegewezen. De enige met wie ze verwantschap voelt, is haar broertje Joost. Maar van hem wordt ze aanvankelijk tijdelijk gescheiden omdat ze naar de kostschool moet. Die tijdelijkheid wordt eeuwig als Joost zich in de kelder ophangt.
Lydia voelt zich zo sterk verlaten dat ze drie dagen wegkruipt in de douche, terwijl het koude water over haar stroomt en stroomt en stroomt. Als zijn asse verstrooid wordt en de wind enkele vleugjes Joost op haar lippen brengt, voelt ze zich heel even gesterkt.
Alle mensen bijten is een droevig verhaal dat met de lach geschreven is en nergens larmoyant of zielig aandoet. In steelse bewoordingen wordt de uitwerking van het gezins- en kostschoolleven op de werkelijkheidsbeleving van Lydia beschreven. De lezer volgt, kris kras door elkaar, Lydia in verschillende fases van haar leven; als kind, als puber en als jong volwassen vrouw. Doordat deze drie levensfases van het hoofdpersonage, via aan elkaar gehaakte snapshots, door elkaar heen vloeien, krijgt het verhaal een pittig ritme. Net als het leven van Lydia.
In Alle mensen bijten lopen komische en tragische, poëtische en banale aspecten van het leven voortdurend over elkaar heen. Roman en auteur werden gelauwerd met de Debuutprijs 2003.
2002 – Roman/paperback/12.5 x 20 cm/160.blz.
Omslag: Brigitte Slangen/Omslagfoto: Willy Ronis/Rapho/Transworld
Uitgegeven bij Querido.
ISBN 90 214 84811/NUR301
Fragmenten uit Alle Mensen bijten
Een passage ( van pagina 60)
Hoe lang is het nu geleden dat hij er genoeg van kreeg, twaalf jaar, ja twaalf jaar geleden heeft mijn broer me voorgoed verlaten en toen ik van zijn dood vernam heb ik zo’n groot verdriet gehad dat ik er geen raad mee wist en twee dagen en twee nachten naakt en in elkaar gedoken in de hoek van de douchecabine ben blijven zitten en terwijl het koude water over mijn poreuze lichaam stroomde en stroomde en stroomde, stroomden ook de tranen over mijn natte zoute gezicht en toen ik geen tranen meer had stroomden de woede en de machteloosheid door mijn bloed, door mijn schuld, door mijn grote schuld, en ik ben om Joost blijven roepen maar er keek niemand naar me om.
En ik ben verschrompeld.
En hoe meer mijn huid verschrompelde, hoe sneller elk waardigheidsgevoel van me afdroop; ik hoopte ik hoopte ik hoopte dat Joost straks weer door mijn leven zou wandelen, maar natuurlijk kwam Joost niet meer, er kwam niemand, ik was alleen, helemaal alleen, en het water bleef maar stromen en stromen, twee dagen lang, achtenveertig uur aan een stuk bleven koude en warme waterstralen mijn gehurkte lichaam besproeien; een klam hoopje beenderen met doordrenkt vlees eraan, meer bleef er van mezelf niet over, alles was weggespoeld, alles leek weggespoeld, en ik ben ingeslapen van verdriet, bewusteloos met het water meegegaan, en na twee dagen en twee nachten heb ik mijn ogen weer geopend en ben ik rillend van de kou overeind gekropen, en met mijn handen steunend op de wasbak ben ik voor de spiegel gaan staan en heb ik met diepe zelfminachting mijn wanhoop in de ogen gekeken. En luidop gezegd: ‘genug’.
De sereniteit in Alle mensen Bijten zit onder meer in de zuiverheid van de taal. Margot Vanderstraeten gebruikt eenvoudige zinnen. Met een minimaal gebruik van buitensporige woorden legt ze een grote sensitiviteit in de gebeurtenissen die ze beschrijft’. – Jeroen Overstyns, toen De Tijd, vandaag De Standaard
De Vlaamse literatuur heeft er eindelijk nog eens een schrijfster bij’. – Frank Hellemans, Knack
‘Alle mensen bijten van Margot Vanderstraeten is een hartveroverend boek. Tijdloos én modern, sexy én ontroerend, elegant én bruut, hilarisch en uit het leven gegrepen, en bovenal: het is prachtig geschreven’. – Martin Bril
Ik heb soms hardop gelachen, wat mij bij het lezen van een boek, het bekijken van een film of een TV-programma bijna nooit meer overkomt (oud)’. – Mark Uytterhoeven
‘Vanderstraeten maakt mooie zinnen. Met zeer veel taalgevoel en humor beschrijft ze het leven van Lydia, als kind, puber en volwassen vrouw’. – Gazet van Antwerpen
‘Alle mensen bijten is een korte zedenschets die overeind blijft door de luchtige maar tevens bijtende toon. Duidelijk is dat Vanderstraeten kan schrijven’. – Max Pam
‘Vanderstraeten laat de hoofdstukken botsen, rijmen en elkaar spiegelen dat het een aard heeft. Het is een geraffineerd spel dat voor vaart, ontspanning, ontroering en humor zorgt’. – de Morgen, Jeroen de Preter
‘De mooiste romans van nieuwe schrijvers komen de laatste jaren uit Vlaanderen. Zo ook dit debuut, over een meisje op weg naar volwassenheid. haar relaas is gruwelijk, ontroerend én zot, maar vooral bijzonder goed opgeschreven’. – Danielle Serdijn