De een komt bekend voor met die vertrouwde kost voelen sommigen zich
comfortabel en veilig. De ander is juist vreemd, hij prikkelt een ander
deel van het gezelschap, maakt nieuwsgierig en doet naar fusion
verlangen. Nog een ander heeft met enkele woorden al meteen afgedaan.
Die afknapper ligt gewoonlijk aan de verbale cuisson: of de woorden
zijn leeg of plat gekookt, of het stemtimbre is schadelijk voor het
gehoor, of de uitspraak valt tegen een almaar vaker voorkomende
ontgoocheling.
Natuurlijk zijn er steeds mensen wier woorden compleet onverschillig laten zij smaken nergens naar.
Dan worden spijzen en dranken opgediend.
Smaken en geuren worden vermengd. Conversaties evenzeer. Dialogen al
dan niet samenhangend gaan over de tafel alsof het gerechten betreft. Er
wordt gegeten. Van schotels. En van elkaar.
En de een is gulzig en schept grote porties conversatie op; de ander
is verbaal een kleine eter; nog een ander iedereen kent de types strooit
graag pittige uitspraken rond. Als deze pittigheid een stevige basis
heeft, is dat lekker. Anders behoorlijk irritant, tot
allergieverwekkend.
Er zijn er uiteraard die hun mond geen seconde kunnen houden: zij
prakken de taal en het verhaal tot er geen consistente materie meer
overblijft.
Uiteindelijk volgt dan het dessert.
Soms ook nog een digestief.
In dit scenario is er altijd eentje die, ook verbaal, langer blijft plakken dan wenselijk is.
Zijn gezeur blijft, als een te zwaar of te pikant gerecht, de volgende dagen zwaar op de maag en de geest liggen.