Die overbevolking wordt strategisch gestuurd, maar dat mag niemand weten.
De spoorbazen denken dat wij dat niet zien. Dat ze het aantal wagons
van de gewone, internationale treinen geleidelijk aan halveren. Om op
die manier het internationale transport met de duurdere Thalys te
stimuleren. En het pad voor de afschaffing van bepaalde verbindingen te
effenen.
Om van Roosendaal naar Antwerpen terug te keren moest ik dus de boemeltrein nemen.
Ik had dus veel vertraging.
Tegen de tijd dat ik weer aan mijn wagen stond, was de betaalde
parkeertijd verstreken; er stak een langwerpig, flinterdun briefje van
het Parkeerbeheer achter de ruitenwisser.
Drieëntwintig euro. Daar koop je vijftien liter benzine voor.
Het is knap hoe creatief de spoorwegen kunnen zijn als het op het aanrekenen van assistentietoeslagen en diabolotaksen aankomt.
Het is nog knapper hoe creatief diezelfde spoorwegen kunnen zijn als
het om het ontmoedigen van het gebruik van hun diensten gaat.
Wie vandaag in dit land bewust de trein neemt, moet immers lijden aan
een ernstige vorm van idealisme; of blijk geven van
verstandsverbijstering.
Want dat iemand me dit pestgedrag eens uitlegt.
Waarom, bijvoorbeeld, stellen de belangrijkste stations van dit land
geen gratis of goedkope parking ter beschikking van al die gewillige,
milieubewustere pendelaars die hun wagen aan het station wensen achter
te laten?
Als cinemacomplexen een bioscoopticket aan een gratis of voordelig
parkeerticket kunnen koppelen, als supermarkten weten dat vlot en handig
parkeren een basisvereiste is om klanten aan te trekken, waarom kan en
dit is slechts een van mijn vele verzuchtingen een station dat
vanzelfsprekende comfort dan niet ook aanbieden?
Waarschijnlijk.
Waarschijnlijk omdat deze strategie een klantvriendelijk denkvermogen vereist.