Het is over Michelin dat de chef zich opwindt.

Het rode boekje dreigt dat hij en zijn restaurant een ster zullen krijgen.

En dat is het dus.

De chef wil absoluut geen ster.

De hele wereld heeft het nu over de val van dictaturen, zegt hij, maar hij wil van de dictatuur van het Rode Boekje af.

Hij en zijn vrouwen willen hun ding blijven doen. Ze willen de
zorgvuldig aangebrachte touwtjes van hun zaak zelf in handen houden.
Zonder extreme druk van buitenaf. En met nadrukkelijk oog voor hun
privéleven: dat telt kinderen.

Plezier blijven hebben in hun werk, en met hun klanten: daar gaat het hen om.

Nooit wenst deze chef de druk te voelen om, voor het behoud van een
ster, zijn klassieke tarbot te ‘versieren’ met een Michelingezind toefje
emulsie waarop een minuscuul gekiemd blaadje ligt: alles wat ‘cress’
heet, is in.

Waar de chef zich nog het meest boos om maakt, is dat volgens hem
Michelin niet bekommerd is om de rentabiliteit van een restaurant.

Met zijn eisen dwingt het Rode Boekje restaurateurs om zichzelf te
verloochenen. Uit angst en niemand durft iets te zeggen doen meerdere
chefs wat Michelin van hen verwacht. Terwijl ze liever zichzelf zouden
zijn. En daarmee ook een gezondere boekhouding zouden hebben.

Kortom: kan een chef gedwongen worden te buigen voor een medaille, of
voor een Rode inspecteur, terwijl hij weigert aan de wedstrijd deel te
nemen?