Hoe langer de gesprekken aan de vergadertafel duren, hoe minder er
wordt gezegd, en hoe meer je het gevoel krijgt dat alleen de tijd, zij
het traag, tikt.

Terwijl jezelf helemaal stille staat.

Je denkt en verdenkt: vergaderen en in meeting zijn, ze vormen het ideale excuus om niet te hoeven leven.

Je denkt en verdenkt ook: vergaderen en in meeting zijn, ze vormen het ideale excuus om niet te hoeven regeren.

Maar je weet dat dit niet waar is. Je gelooft dat het gros van de
politieke onderhandelaars al maandenlang het beste van zichzelf geeft.

Dus zeg je tegen jezelf dat je overdrijft.

Maar ook zeg je tegen jezelf dat in bijna elke overdrijving een vleug waarheid schuilt.

En nu bestudeer je de mensen aan de vergadertafel.

En je vraagt je af of het er bij onze politici op gelijkaardige wijze aan toe gaat.

Want je ziet dat je niet alleen een vergadering bijwoont, maar deelneemt aan een ceremonie.

Vergaderen: dat is ritueel dansen. En af en toe een verbale pauwenstaart opzetten.

Er wordt gesproken.

En overlegd.

Oeverloos.

En sommige deelnemers krijgen niet genoeg van het horen van zichzelf.
Ze kijken triomfantelijk in de rondte, ze goochelen met belangrijke
namen, en diepen talloze onbegrijpelijke en dus imponerende woorden en
constructies uit hun toverhoed.

Voor hun kunsten krijgen ze applaus.

Je kan niet anders.

Je vraagt je af waar het in dit soort meetings wezenlijk om gaat. Om
het verkrijgen van inspraak, of om het bestendigen van de macht?

Ook is het je, met oog op de volksgezondheid, een raadsel waarom
meetings zo nodig opgesmukt moeten worden met kleffe, belegde broodjes.